Uit De Werkplaats 2020-2021

Uit De Werkplaats 2020-2021

“Wees empathisch en betrokken, toon begrip in gefrustreerde situaties”

“In feite hou je als trainingsacteur een spiegel voor. Door deel te nemen aan de rollenspellen, leren ze inzicht te krijgen in gedrag. Niet alleen hun eigen gedrag, maar ook dat van de patiënten.” Eric van Leeuwen geeft als trainingsacteur al 20 jaar trainingen in verschillende tbs-instellingen in Nederland en België en blijft dat voorlopig ook graag doen. 

“Tijdens een training zijn er verschillende soorten trainers. De trainingsacteurs spellen de tbs-patiënten in rollenspellen, daarnaast zijn er trainers die kijken naar het leerproces van de deelnemers. Deelnemers zijn mensen zoals sociotherapeuten, psychologen of verpleegkundigen. Rollenspellen moet je zien als nagespeelde situaties die binnen de tbs-instellingen spelen. Ik geef een voorbeeld: Een onrustige patiënt gaat steeds meer volume gebruiken en bewegen. De deelnemer moet leren dat gedrag herkennen en de-escaleren om te zorgen dat het niet uit de klauwen loopt.” Bij het omschrijven van de patiënt neemt Eric meteen een andere houding aan. Er zit een onrustige tbs-patiënt tegenover me. 

“Wat wij doen is heel goed kijken en voelen. Het gedrag waarmee de deelnemers de speelruimte binnen komen heeft invloed op ons, net als ons gedrag invloed heeft op hen. Het belangrijkste als trainingsacteur en ons werk is dat we de deelnemers leren om te durven benoemen wat er op dat moment gebeurt bij zichzelf en bij de ander. Ze moeten hun grenzen durven aangeven. Dat is voor de één een natuurlijk iets, maar voor het merendeel is dat best een lastige opgave.” 

“Er wordt gespeeld en dat weten we allemaal. Het gaat wel om écht gedrag dat de werknemers van de tbs tegen komen. Het kan best confronterend zijn. We zetten het spel ook stop als we zien dat een deelnemer dichtklapt. Er wordt gevraagd wat er gebeurt bij die persoon en vervolgens gaan we proberen de deelnemer op een zachtere manier in het rollenspel te betrekken.” 

“Wees empathisch en betrokken, toon begrip in gefrustreerde situaties. Stel ik zit in de rol van een gefrustreerde patiënt: ‘Wat een kut dag. Als ik straks die psychiater zie, dan sla ik hem voor zijn bek.’ Als een sociotherapeut dan zegt: ‘Nou nou, hou je een beetje in hé!’, dan wordt er meteen begrensd op de uitspraak van de patiënt. Dat is niet goed.  
Het is beter als die sociotherapeut zegt: ‘Goh ik hoor je zeggen wat een kut dag én ik hoor je zeggen als ik die psychiater zie dan sla ik hem op zijn bek. Volgens mij gaat het niet zo goed, klopt dat?’ Nu sluit de sociotherapeut aan op de problematiek van de ander. Iemand die gefrustreerd is, wil gehoord worden en dat is een belangrijk aspect van werken met deze patiënten.” 

“Soms is het zo dat een patiënt te ver gaat. Dan moet je grenzen kunnen stellen. Gaan ze nog verder? Dan zitten er consequenties aan: Naar de kamer of, als ze nog verder gaan, wordt er op de alarmknop gedrukt en komt er een groep die de patiënt naar de grond werkt. Komt die patiënt dan nóg niet tot rust en blijft hij of zij onrust zaaien en tieren? Dan moet hij naar de isoleercel. 
In het laatste rollenspel doen we vaak een scene waarin we binnen een paar minuten een situatie creëren waarin het zo uit de klauwen loopt, dat er op een alarmknop moet worden gedrukt. Dit doen we als de deelnemers binnenkomen in de zaal. In dit soort scenes dreigen we met stoelen te gooien of gaan we elkaar slaan. Eenmaal op de alarmknop gedrukt, word je strak in een doek gerold en naar de isoleercel gebracht.” 

Beeld: Eric van Leeuwen

De trainingen die Eric geeft met zijn collega’s zijn op verschillende locaties. “Op sommige van die locaties zijn ook patiënten. Als we dan naar de trainingsruimte lopen, komen we soms patiënten tegen. Wij, als trainers, merken dan meteen een soort adrenaline en angst. We weten dat het patiënten zijn, maar je ziet gelijk aan hun gedrag dat ze op hun hoede zijn en dingen willen uitproberen. Ze kunnen er best eng uitzien. De patiënten die in de tbs zitten zijn natuurlijk mensen die een delict hebben gepleegd, maar daarbij zijn het ook nog mensen met een persoonlijkheidsstoornis.” 

Naast het af en toe tegenkomen van patiënten op de gang, heb je als trainingsacteur geen contact met patiënten. Het spelen van tbs-patiënten lijkt Eric echter makkelijk af te gaan. Hij neemt bij het geven van voorbeeld patiënten een angstig realistische houding aan. “Stel ik speel iemand en die heeft een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Zo iemand is de hele tijd op zijn hoede, want die heeft het idee dat iemand erop uit is om hem te pakken. Die heeft gedachtes als: ‘Ik moet hem eerder pakken, dan hij mij’. Zo iemand manipuleert, kan zich niet inleven in anderen en is alleen bezig met controle houden.”  
Voor ons op tafel ligt een A4’tje met en tabel, gevuld met persoonlijkheidsstoornissen en de kenmerken ervan.  

“Als trainingsacteur in de tbs speel je heftige situaties, die tot emoties leiden bij de deelnemers. Toch neemt Eric zijn werk niet mee naar huis. “We krijgen ontzettend veel energie van trainingen, we vinden het heel erg leuk om te doen. Ik neem het werk niet mee naar huis, maar kan nog malen over iemand die niet goed uit de training is gekomen. Als iemand bijvoorbeeld heel erg is geconfronteerd met ons gedrag in het rollenspel en die zegt dingen als: ‘Het doet me niks. Slecht spel.’ Toch knapt er op het einde iets, dat iemand in tranen zit of wegloopt. Op zo’n moment ga je toch nadenken of je het niet anders had moeten doen.” 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *