Aanlegtest in Duitsland steeds populairder

Kwispelende staarten volgen trouw hun baas. Het jachtgeweer staat ingepakt in de gang. Hun bazen zijn in het groen gekleed. Je voelt het enthousiasme van de honden, alsof ze herkennen wat ze gaan doen. Jagen. Er zijn ongeveer 27.000 jachtaktehouders in Nederland. Een aantal van deze jachtaktehouders hebben ook jachthonden. Deze honden worden gefokt om zeer goed te zijn in de jacht. Ze moeten goed luisteren, schotvast zijn en het belangrijkste, het wild dat verloren is terugvinden. Om te kijken of deze honden hiervoor de juiste aanleg hebben, worden ze vanaf anderhalf jaar getest met de zogeheten aanlegtesten.
Langzaam maar zeker pakken ze hun spullen in om te gaan. Het enthousiasme van de honden is bijna onbedwingbaar. Bij de deur staan ze met opgewonden ogen, een kleine blaf en een zeurend geluid.
Aanlegtesten worden in Nederland en Duitsland al veel gedaan. Deze testen zijn bedoeld om te kijken of de jonge honden, meestal vanaf zeven maanden, de juiste aanleg hebben om goede jachthonden te worden. Ze kijken naar verschillende zaken. Hoe de hond reageert op schoten, of ze een hazenspoor kunnen uitlopen en of ze goed luisteren naar hun eigenaren. Voor elk onderdeel kun je een score van 10 punten krijgen. Als de honden iets spectaculairs laten zien, kunnen ze zelfs elf punten krijgen.
Henk ter Heegde, jager en fokker, doet nu voor de tweede keer mee met deze jachtproeven. Hij hoorde ervan via de fokker van zijn eerste hond, Dayka. “Dayka komt uit Duitsland. Toen ik uitgenodigd werd om de pups te bekijken, werden de gebruikelijke dingen gevraagd. Waar kom je vandaan? Waar jaag je? Hoe ga je de hond huisvesten en trainen? Eén van de laatste vragen was ‘Wil je meedoen aan de VJP?”
Wist je wat je VJP was?
“Nee, het bleken Duitse jachthondenproeven te zijn. Bij Duitse fokkerijen wordt daar veel waarde aan gehecht. Het een soort nacontrole. De ouders hebben al laten zien dat zij de juiste eigenschappen hebben en dat zij een goed exterieur hebben, maar dat is nog niet bekend bij hun nakomelingen.”
Dus je hebt de VJP gedaan?
Henk knikt. “Ik heb de fokker toegezegd dat ik mee zou doen aan de VJP. Deze heb ik in 2017 gelopen, toen Dayka net één jaar was. Deze VJP’s worden altijd in het voorjaar gehouden. De honden mogen dan maximaal 18 maanden oud zijn. De VJP met Dayka ging goed. Ze liet eigenlijk alles zien wat zij in zich had. En we haalden een mooie score van 66 punten.”
Dat was in 2017, het is nu 2021. Waarom doen je dit jaar weer mee?
“In december 2019 kregen we ons eerste nest met Dayka. Het was een combinatie met de Nederlandse top hond Pixer Jixer van de Chesannehof. Eén teefje hebben we gehouden en Ayla genoemd. Ik had gelijk het plan om ook met haar ook mee te doen aan de VJP. In Nederland heb je wel aanlegtesten, maar daar heb ik zelf geen ervaring mee. Ik heb de andere eigenaren van de pups gevraagd of zij ook interesse hadden om mee te doen aan deze test en drie van vier hadden interesse.”
Moet je veel doen aan voorbereidingen?
“Je hoeft de hond met een goede aanleg weinig te trainen voor deze test. De hond moet een aantal basisvaardigheden gewoon bezitten. Zo moeten ze schotvast zijn, ze moeten luisteren en niet schuw of angstig zijn. Daarnaast moeten ze in staat zijn om een ‘fris’ hazenspoor, zonder de haas gezien te hebben, een paar honderd meter uit te lopen. Verder moet de hond willen revieren ( zig zag door het veld zoeken), zoeken, en voorstaan op wild. Ook de wijze waarop ze jagen wordt genoteerd. Stil, spurlaut (spoorluid) en zichtlaut (zichtluid). Naast de gebruikelijke puppy en honden trainingen hebben we samen ook nog drie ochtenden geoefend in oktober vorig jaar, in februari en in maart.”
Hoe gingen de proeven zelf dan?
“Al eerste was de reu, Arax van het ’t Heegveld, aan de beurt. Door corona konden we niet allemaal tegelijk op één dag. Maar werden we verdeeld over verschillende weken, in kleine groepen van telkens drie honden. Arax liep een mooie score van 69 punten. De competitie ging van start”, grapt Henk.
“De week daarop moest ikzelf met mijn hond de VJP lopen, samen met Yara, een andere hond uit hetzelfde nest. We verzamelden bij een tankstation met drie keurmeesters en drie eigenaren. Eén Duitser en dus twee Nederlanders. We gingen naar het veld waar we achter elkaar de opdrachten moesten uitvoeren. Waar ik bang voor was tijdens de proef, was dat Ayla te dicht bij mij zou blijven. Ze liet dat namelijk veel zien tijdens trainingen. Geluk bij ongeluk was ze loops en luisterde ze daardoor iets minder goed, waardoor ze het juist beter deed op de proeven, dan verwacht. Beide honden liepen zo goed, dat ze beide 70 punten haalden. Een topscore.”