Uit De Werkplaats 2020-2021

Uit De Werkplaats 2020-2021

Vijf jaar na de vlucht: twee Syriërs kijken terug en vooruit

Beeld: ‘Omar’

(Om de veiligheid van de bronnen te waarborgen, zijn niet de echte namen gebruikt)
Omar is 27 jaar en opgegroeid in de Syrische stad Aleppo. Vijf jaar geleden vluchtte hij voor de oorlog in zijn land en kwam hij naar Nederland, nu woont hij samen met zijn vrouw Isra in Groningen en studeert voor medewerker beheer ICT-niveau 4 op het mbo.

Isra is 25 jaar en net als Omar opgegroeid in de Syrische stad Aleppo. Zij is bijna vier jaar geleden naar Nederland gevlucht vanwege de oorlog en om haar man Omar te volgen, die al in Nederland was. Ook zij woont nu in Groningen en studeert Englisch language & culture aan het hbo.

Door corona spreek ik Omar en Isra online. Ze zitten samen in hun huisje in Groningen en Omar heeft zijn arm om Isra geslagen, zijn arm blijft het hele interview om Isra geslagen. Ze zitten op de bank, waarachter een schilderij hangt van een molen in een tulpenveld. Naast de bank staat een waterpijp. Ik zie dat ze zich erg hebben aangepast aan de westerse invloeden, maar ook hun Syrische afkomst laten zien.

Hoe was het land Syrië waar jullie in zijn opgegroeid?
Omar moet nadenken en geeft het woord aan zijn vrouw, Isra moet lachen en begint te vertellen.
Isra: “Ik heb, in tegenstelling tot Omar, goede herinneringen aan de tijd voor de oorlog. Ik had alles wat ik wilde. Mijn familie, vrienden en ik hield van de stad waar ik woonde. Syrië was een redelijk modern land voor de oorlog, ik dacht er nooit aan om Syrië te verlaten.”
Omar: “Voor mij was het anders. Ik had nooit het idee dat ik bij Syrië hoorde of bij de gemeenschap, zelfs bij mijn familie voelde ik mij niet helemaal thuis. Als tiener luisterde naar metal-muziek en had ik mijn haar in emo-stijl. De gelukkige herinneringen die ik had met mijn familie, waren als we gingen reizen buiten Aleppo. Syrië voelde niet als het land waar ik mijn leven wilde leven.”
Die emo-stijl zie ik terug bij Omar, maar misschien nog wel meer bij Isra. Beide hebben ze hun haar geverfd, Omar heeft blauwe lokken en Isra heeft haar hele haar paars geverfd. Daarnaast heeft Isra alleen zwarte kleding aan en donkere lippenstift op. 

Isra, je vertelde dat Syrië een redelijk modern land was voor de oorlog. Wat bedoel je daarmee?
Isra begint al te vertellen voor ik mijn vraag af kan maken.
Isra: “Syrië was niet heel modern, niet zoals in Europa. Voor de oorlog, begonnen mensen zich wel meer te openen en meer dingen te accepteren. Aan de andere kant bleef Syrië bestaan uit redelijk gesloten gemeenschappen. Vooral in Aleppo zijn veel mensen strenggelovig, daardoor hebben ze een bepaalde manier van denken en moeten ze bepaalde regels volgen. Mijn familie was erg gelovig, ikzelf niet zo zeer.”
Omar: “Zoals Isra vertelde is Aleppo een gelovige stad. De hoofdstad en de steden aan de kust van het land accepteren meer, ze hebben meer diversiteit. Zo vertelde een vriendin van ons dat er in Damascus clubs waren, die hebben we niet in Aleppo.” Isra knikt instemmend en voegt er nog even snel iets aan toe.
Isra: “In Aleppo wordt het ook niet geaccepteerd als je samenwoont zonder getrouwd te zijn, in Damascus is dat makkelijker.”

Hoe werd er geregeerd in Syrië voor de oorlog, was de regering net zo modern als het land?
Isra kijkt naar Omar en moet een beetje pijnlijk lachen. Omar ademt diep in, voor hij begint te vertellen.
Omar: “Syrië was altijd een dictatuur.” Isra knikt instemmend en pakt een handje nootjes uit het schaaltje voor zich, terwijl ze pijnlijk blijft lachen.
Omar vertelt verder. “Voor de oorlog voelde en zagen we de dictatuur niet. Als je als ‘normale mens’ je eigen ding deed, dan was je oké. Maar als je bijvoorbeeld een zakenman was en je wilde een project beginnen in Syrië, dan kwam de regering zich ermee bemoeien. De regering wilde dan een deel van de winst. We zeggen altijd: ‘de muren hebben oren.’”
Isra krabt haar nek en kijkt weg, ze probeert te bedenken hoe ze goed aan mij kan uitleggen hoe het voor hun was.

Isra: “Wat het is: toen wij jong waren werd ons aangeleerd dat we van ons land moesten houden, maar vooral dat we de regering en het leiderschap moesten respecteren. Men leerde ons om blind te vertrouwen. Daarnaast waren en regels om nooit slecht over de regering te praten, mensen zijn onzeker om kritiek te hebben op de politiek. Als je met deze regels en deze leefwijze opgroeit, is het normaal dat je geen vragen stelt over de regering en de mensen die de macht hebben.”
Isra neemt een korte adempauze voor ze weer veder gaat.
Isra: “Persoonlijk ben ik wel veranderd. Hier in Nederland kan je het openlijk hebben over de politiek en er ook kritiek op hebben. Hierdoor realiseer ik me dat ik een beetje gehersenspoeld was. Zo ben ik erachter gekomen dat het je recht is om ergens vragen bij te stellen.”
Omar luistert aandachtig naar Isra en knikt af en toe instemmend. Samen concluderen ze dat Syrië een dictatuur was met een nep-jasje van democratie.

Er was dus kritiek in het land, ondanks dat je er niet over kon praten. Weten jullie waar die kritiek over ging?
Omar snuift en maakt grote ogen, alsof het voor hem te veel is om te vertellen.
Omar: “Er was veel corruptie. Zolang je veel geld had, kon je veel macht krijgen.” Zegt Omar vervolgens als een soort conclusie.
Isra: “Ja en als je goede connecties had met iemand in een goede machtspositie, kon diegene alles voor je regelen. En als je slecht praat over iemand met macht, kon diegene je echt iets aandoen.”
Omar: “Men kan je makkelijk laten verdwijnen. Ze vragen je voor een interview en vervolgens komen je niet meer terug.”

Zou je volgens jullie een beginpunt kunnen aanwijzen voor de oorlog?
Omar kijkt geheimzinnig naar Isra en zij lacht voorzichtig.
Omar: “We hebben een verhaal waarmee het mogelijk allemaal begon, maar wij weten niet of het waar is. Het verhaal is dat er een kind was die op een muur in de stad Hamah een tekst had geschreven, zoiets als ‘Fuck the president’. Wat er toen gebeurde was dat een vriend van het kind, die de tekst had geschreven, het aan zijn ouders had verteld. Die ouders vertelde het vervolgens door aan de ouders van het kind die de tekst schreef en veroorzaakte zo problemen. Zo begon het, met vreedzame mensen die hun rechten opeiste. Toen werd het groter en ging het van stad naar stad.”
Isra is knikt instemmend mee met het verhaal van Omar, maar fronst op het einde toch even.
Isra: “Voor mij was het begin toen sommige televisiekanalen de protesten tegen de regering lieten zien. De kanalen veranderde van kant, ze gingen van de regering naar de kant van de oppositie. Voor mij was dat het moment dat ik door had dat mensen in opstand kwamen. Sommige protesten waren erg vreedzaam, andere waren niet zo vreedzaam en uiteraard vocht de regering terug met veel geweld. Toen hadden wij door dat er iets gaande was in het land.”

En hoe keken jullie aan tegen de regering, in die tijd?
Omar: “Aan het begin van de oorlog dacht ik: ‘Ik hoor bij de regering, want de andere landen en partijen vallen ons aan.’”
Isra komt tussendoor, om voor mij duidelijk te maken hoe de situatie was.
Isra: “Aleppo was verdeeld in twee delen. Een deel waar het vrije leger van de oppositie zat en een deel waar de regering zat.”
Omar: “Ja en ik woonde in het deel van de regering. Ons eten en onze levensmiddelen kwamen uit het andere deel van de stad, het vrije leger ondermijnden het transport van die middelen voor maandenlang. Toen dachten ik: ‘What the fuck? Ze laten ons verhongeren!’ Maar na een tijdje kwam ik mensen tegen van de andere kant en zij vertelde mij dat de regering hetzelfde doet aan hun kant van de stad. Mijn ideeën van de regering zijn toen veranderd, ik was niet voor de regering en ook niet voor de andere partij. Beide gebruiken dezelfde ideologie. Beide zijn religieus, streng en zeggen dat zij de macht hebben. Ze gedragen zich hetzelfde, maar onder een andere naam.”
Isra staart voor zich uit, maar het is te zien dat ze het verhaal maar al te goed herkent.

Isra: “Sommige mensen kiezen een kant. Wij hebben ervoor gekozen om geen partij te kiezen, omdat beide kanten grote fouten maken en beide deel hebben genomen aan het verwoesten van Syrië. Wij zijn met de mensen, liever dan met welke kant dan ook.”
Omar: “Het probleem is, ook al kies je geen kant, beide kanten geven je de schuld. ‘Ben je niet met ons, dan ben je met hen.’”
Isra: “Als je niet kiest, zien ze je als een verrader. Het is zelfs nu nog gevaarlijk voor ons als wij hier openlijk over praten, ook al zitten we ver weg.” Ze vertelt het met een toon die aangeeft dat het bijna gewoon de feiten van de dag zijn.

Omar: “Er is eigenlijk wel een grappig verhaal hierover.” Begint Omar lachend, Isra lijkt meteen te weten wat hij bedoelt en knikt lachend. Omar vertelt, “Er was een jongen, die ergens in Europa zat. Hij plaatste op facebook dat hij de nieuwe president van Syrië zou zijn en dat de huidige regering niet goed was. Na ongeveer 2 dagen dat hij dit plaatste, veranderde zijn hele verhaal: ‘Ik sta volledig achter de regering en ik doe geen kwaad.’ Er is daar iets gebeurt, je weet niet precies wat, maar hij veranderde helemaal binnen 2 dagen tijd!”

Bron: NOS op 3
Een korte video waarin wordt uitgelegd wie er nou precies tegen wie aan het vechten is in de Syrië.

Jullie vertellen over de verschillende partijen in het conflict, welke rollen hadden die partijen?
Isra kijkt niet begrijpend, maar Omar vertelt haar wat ik bedoel en zodra ze het begrijpt begint ze alles op te noemen.
Isra: “Oké. Je hebt de hoofdpartij, dat is de regering met de president. Dan hebben we de oppositie, dat zijn de mensen die tegen de regering vechten. Daarnaast kwamen er plotseling allerlei andere partijen van buitenaf in Syrië vechten, daarvan wisten wij niet goed wat hun doel was.
Ook was ISIS in Syrië, die waren veel aan het vechten voor zichzelf. Als laatste waren er natuurlijk landen van buitenaf betrokken in het conflict, die kozen allemaal een partij om mee samen te werken. Zo hielpen Rusland en Iran vooral de regering. De oppositie kreeg steun van Amerika, Turkije en?”
Isra kijkt nadenkend omhoog en ook Omar kijkt naar de zijkant om even na te denken. Isra gaat veder, maar Omar mompelt op de achtergrond Europa.
Omar: “Iedere partij had zijn eigen doelen. Turkije bijvoorbeeld, gaf wapens aan het vrije leger van de oppositie, maar zij wilden gebieden in Syrië hebben. Voor Rusland hetzelfde, ze helpen de regering, maar ze willen er iets voor terug. Er werd niet geholpen voor de vrijheid of voor de mensen, dat maakt het zo fout.”
Isra knikt instemmend en concludeert dat er bij alle partijen corruptie was.

Is de situatie veranderd nu Amerika zich heeft teruggetrokken en ISIS bijna uit het land in verdreven?
Isra: “Ik denk dat het wat stabieler werd in Syrië. In sommige gebieden is het veiliger geworden. Het is echter niet stabiel genoeg omdat de oppositie er nog steeds is, toch zien we dat de regering de dominante macht heeft. De oppositie heeft denk ik te weinig ondersteuning nu Amerika zich heeft teruggetrokken. We horen nu weinig nieuws over de oppositie, maar wij volgen het nieuws niet omdat we geen kant kiezen.”
Omar: “Het is altijd slecht nieuws.”
Isra: “Wij volgen eigenlijk alleen het nieuws dat van onze ouders komt, of ze oké zijn en over wat er gebeurt in Aleppo.”

Zoals Omar vertelde dat het nieuws altijd slecht nieuws is, is het ook eenzijdig?
Bijna of het een hele domme vraag is, waar het antwoord heel logisch op lijkt te zijn geven Isra en Omar antwoord.
Isra: “Het is altijd van één kant. Hoe hard ze ook proberen het neutraal te houden, er moeten altijd kanten worden gekozen. Wij kijken altijd van beide kanten het nieuws, als we kijken.”
Omar: “Dan weet je ook wie er liegt en wie de waarheid verteld. Aan de andere kant kan je het niet volledig vertrouwen omdat het de media blijft.”
Isra wil invallen als Omar zegt dat je weet wie de waarheid verteld als je beide kanten weet, maar ze blijft stil als Omar veder gaat en verteld dat het de media blijft en je niks volledig kan vertrouwen.
Isra: “Verhalen van de lokale bevolking zijn betrouwbaarder.”
Omar: “Als je nu naar een Syrisch kanaal gaat kijken vertellen ze: ‘Het leven is goed, iedereen is gelukkig. Ookal hebben we soms een tekort aan brandstoffen en eten, alles is oké.’ Maar er gaan mensen dood.” Vertelt Omar met een impressie van een nieuwslezer.

Bron: RTL nieuws
Een video waarin wordt verteld waarom Assad als winnaar wordt gezien van de oorlog in Syrië.

In 2018 was er een periode van rust in Syrië, voor de strijd in Idlib begon. Kon die periode lijden tot vrede?
Omar: “Ik denk dat het volgende ding dat we moeten doen, is wachten voor de verkiezingen. Die zijn denk ik volgend jaar. Vier jaar geleden was er een verkiezing en ze zeiden dat het een ‘echte’ verkiezing was.” Vertelt Omar terwijl hij het woord ‘echte’ tussen haakje zet. “Maar ik denk dat we pas na de verkiezingen van volgend jaar kunnen zeggen of het de goede of de slechte kant op gaat.” Omar houdt even een adempauze en gaat dan veder, “Er zijn verschillende geruchten dat de vrouw van Assad het over gaat nemen. Dan zullen ze zeggen dat Syrië een modern en ontwikkeld land is, omdat er een vrouw aan het hoofd staat.”
Isra: “Maar we weten het niet zeker.”
Omar: “Natuurlijk weten we niks zeker, het zijn geruchten!” Zegt Omar met een toon alsof hij het niet alleen over de verkiezingen heeft, maar over de hele situatie. Hij voegt er rustig aan toe, “Aan de andere kant zien wij niemand die zich nomineert om het te gaan opnemen tegen Assad, dat is een beetje spannend.”

Er wordt in verschillende mediaplatformen gezegt dat de eindfase van de oorlog is begonnen, zijn jullie het daarmee eens?
Isra maakt een nadenkend geluid en ook Omar lijkt het ook niet zeker te weten.
Omar: “Ik weet niet of het einde er aan komt, maar er komt iets aan.”
Isra snuift lachend, schud haar hoofd en doet haar haar met een pijnlijke lach goed.
Omar: “We zullen moeten wachten op de verkiezingen en dat zal, zoals je zegt, de?”
Omar komt niet op het woord en Isra kijkt hem aan, ze moet weer lachen. Het schiet Omar te binnen en hij vertelt veder “De verkiezingen kunnen het hoofdpunt zijn, dan zal het worden besloten.”
Isra: “Het kantelpunt bedoel je?” Omars hand gaat naar Isra en hij is blij dat zij wel op het woord kwam dat hij bedoelde. Bij Isra ontsnapt er weer een lach.
Isra: “Maar het kan ook helemaal niks worden. De verkiezingen van 4 jaar geleden waren helemaal nutteloos.” Omar is het daar niet helemaal mee eens en valt in de rede.
Omar: “Deze keer zal het anders worden, zelfs Rusland verveeld zich met Assad. Assad zelf heeft weinig macht, hij is er gewoon omdat het moet. De mensen om Assad hebben bijna meer macht dan Assad zelf.”

Omar, Assad heeft volgens jou zelf weinig macht, toch wordt er hier in Nederland gezegt dat Assad de grote winnaar is van de oorlog. Maar zijn er überhaupt winnaars in deze oorlog?
Isra: “Ik geloof, omdat Assad nog steeds de macht heeft na 10 jaar oorlog, dat hij daarom wordt beschouwd als winnaar en dat snap ik ook. Er zijn echter niet veel verbeteringen en mensen zijn ziek van de situatie. Hij stapt wellicht uit de machtspositie. We weten gewoon niet hoe het gaat eindigen.”
Omar: “Wat er nu bijvoorbeeld in Syrië gebeurt: Er is een grote bosbrand gaande. Ik weet niet of het op het nieuws is geweest, maar het is heel erg groot. Wat de regering doet, is zeggen: ‘Laten we bidden bij God om het te laten regenen’. Like, What the fuck? Het staat ook op hun facebook pagina! Maar ze sturen geen helikopters of brandweermannen om het vuur te blussen. Mensen verliezen het vertrouwen in de regering, maar ze zijn er nog steeds bang voor.”

De oorlog is al ongeveer 10 jaar aan de gang, wat is volgend jullie een goede oplossing voor het conflict?
Isra zucht en kijkt Omars kant op. “Begin jij of begin ik?” vraagt ze. Omar schuift het woord vriendelijk afwijzend naar Isra.
Isra: “Oké. Voor mij persoonlijk denk ik dat het veranderen van de machthebber zal helpen. Daarnaast denk ik dat we religie en politiek moeten scheiden van elkaar, daar moeten we vooral aan werken. Ik geloof ook dat het zal helpen als de andere landen zich zouden terugtrekken uit Syrië, er zijn op het moment gewoonweg te veel handen in het land.”

En denk je dat deze ideeën ook uitvoerbaar zijn?
Isra: “Ja, het ligt eraan wie het over gaat nemen.”
Omar: “Maar het ligt ook aan de mensen.” Isra knikt en herhaalt wat Omar zegt. “Zoals we vertelden, is het in het Noorden van Syrië meer religieus dan aan de kust en in het Zuiden van het land. Mensen moeten meer samenkomen. Het is al aan het veranderen, maar in het gebied waar wij vandaan komen gebeurt het langzamer dan in de ander gebieden. Ik hoop zelf dat mensen meer gaan accepteren en openlijker worden, zonder veel bemoeienis van de regering.”

Is er een toekomst voor Syrië?
Isra: “Dat is een moeilijke vraag, ik zou het oprecht niet weten. Ik weet niet of het terug gaat naar hoe het was voor de oorlog.” Omar reageert bijna als een reflex op Isra en mompelt op de achtergrond.
Omar: “Het zal nooit teruggaan naar hoe het was.” Isra vervolgt haar verhaal, alsof ze Omar niet heeft gehoord.
Isra: “Ik weet ook niet hoelang het gaat duren en of het anders gaat zijn dan voor de oorlog. Het is niet meer te visualiseren voor mij.”
Omar: “Ik ben bang om Syrië te bezoeken, écht bang. Ik weet niet meer wat ik moet verwachten van de regering en de mensen om mij heen. Toen ik uit Syrië vluchtte werd ik door sommige mensen gezien als een verrader.”
Isra: “Het blijft een moeilijke vraag.”

One thought on “Vijf jaar na de vlucht: twee Syriërs kijken terug en vooruit

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *