Voetbalschoolhouder: ‘Ik zie de toename en probeer mij daarom zoveel mogelijk te onderscheiden’

UTRECHT – Voetbalscholen worden steeds populairder. Tussen januari 2013 en juli 2018 is het aantal voetbalscholen in ons land bijna verdrievoudigd, van 58 naar 155.

Voetbaltrainer Rik Van der Horst: ‘Sommige voetbalclubs werken heel goed samen met een voetbalschool, of een van hun trainers is er al een begonnen. Hierdoor krijgen de spelers van die voetbalclub eigenlijk méér trainingsmomenten en daarnaast verdient de trainer ook weer een extra zakcentje.’

Beeld: voetbalschool Enrique Vamos

Trainer bij voetbalclub FC Utrecht, Rik van der Horst, ziet duidelijk de toename van de voetbalscholen in zijn omgeving: ‘Niet elke speler heeft zomaar drie of vier trainingsmomenten bij zijn eigen club. Daardoor is er steeds meer behoefte om op meerdere momenten te trainen.’

‘Ik denk dat het goed is voor de concurrentie en het niveau van de scholen’

Hobby

Een van deze vele voetbalschoolhouders, Hendrin Khandan, trotse eigenaar van voetbalschool Enrique Vamos, heeft al zeven jaar een voetbalschool. Toch kwam hij niet geheel zelf op het idee: ‘Ik heb mijn voetbalschool nu al een jaar of zeven en ik ben ermee begonnen omdat ik op een gegeven moment aanvragen kreeg. Ouders vroegen of ik hun kind apart kon trainen op de zondag en op dat moment kwam ik op het idee. Daarnaast is voetbal natuurlijk mijn grootste hobby, en om er mijn werk van te kunnen maken maakt het alleen maar leuker. Ook is het zo dat ouders hun kind tijdens de vakanties natuurlijk niet alleen maar op de IPad en PlayStation willen hebben. Dan is een voetbalschool een mooie uitkomst.’

Khandan denkt niet dat ze er verenigingen mee in de weg zitten. ‘Voetbalscholen kunnen eigenlijk alleen tijdens de vakanties wat doen en niet tijdens het reguliere seizoen. Als de vereniging dan zelf wat wilt organiseren gaat dat natuurlijk altijd voor, omdat de club zelf vaak bepaalt wat er op de velden gebeurt. Wel zie je een toename van het aantal voetbalscholen, ook in de omgeving. Juist daarom probeer ik zoveel mogelijk te variëren in mijn programma om zo aantrekkelijk te blijven.’

Ook Van der Horst denkt dat de scholen vooral een aanvullende functie hebben: ‘Ik denk dat het goed is voor de concurrentie en het niveau van de scholen, maar ik denk niet dat ze negatieve impact hebben op de spelers of op andere voetbalscholen.’