Uit De Werkplaats 2020-2021

Uit De Werkplaats 2020-2021

Schaatsen

Ik moet nog lager zitten want dan ben ik sneller. Met een kromme rug en zo lang mogelijke slagen schaats ik over de Ganzendiep vlakbij Kampen. Tussen de weilanden door, hier en daar staat een boerderij en onder een felblauwe lucht. Het is net alsof ik in Friesland ben.   

Vandaag maak ik voor het eerst een echte schaatstocht. Geen rondjes schaatsen en veel kletsen, maar echt schaatsen. Meters maken. Regelmatig word ik ingehaald door de ‘echte’ schaatsers. En die gaan hard! Met de handen op de rug en een enorme rust in hun benen maken ze lange slagen. Mijn schaats hoor ik zo nu en dan over het ijs schrapen. Bij de prof schaatsers hoor ik alleen maar het geklak van hun klapschaats.   

Het is 14 februari en al een paar dagen zie ik mensen dik ingepakt op het ijs staan. Er worden filmpjes gedeeld van alle plekken waar wordt geschaatst. Er gaat een filmpje rond van een meisje dat in Amsterdam pirouetjes op de gracht maakt. Bijna in heel het land wordt morgen code rood uitgegeven. En de GGD meldt ook dat de test- en vaccinatielocaties morgen tot 12 uur dicht blijven. Maar van al dat gedoe merk je niks op het ijs.  

We hebben wind mee. Wanneer ik stil sta ga ik zelfs nog vooruit. Eigenlijk is dat best lekker want dan heb ik even rust. Vanochtend werd ik wakker met spierpijn. Mijn lijf is ook helemaal niet gewend aan vijf dagen achter elkaar schaatsen. We komen langs een rijtje huizen waar mensen met warme chocolademelk langs de kant staan te genieten. Jonge kinderen lachen en schaatsen met ijzeren onderbinders om elkaar heen. Een meisje van een jaar of 7 glijdt uit en valt op haar billen. Maar door haar dikke roze skipak is ze goed beschermt en staat ze lachend weer op.    

Zo nu en dan probeer ik met mijn hand op de rug te schaatsen. Maar dat zorgt ervoor dat ik uit balans raak. Waarom doen alle schaatsers dat dan, vraag ik mij af. Maar na een tijdje lukt het om een hand op mijn rug te houden. Mijn ander arm zwaait wel twee keer zo hardt. Maar dat maakt niet uit.   

Het ijs wordt hobbeliger en na de volgende bocht komt de wind van voren. In mijn gezicht voelt het best lekker want ik heb het behoorlijk warm gekregen. De sneeuw die eerst nog zo vredig op het ijs zie ik onder mijn voeten worden meegenomen door de wind. Alsof er aan het eind van de rivier een enorme stofzuiger staat. Mijn benen vinden de wind wat minder leuk. Het is hard werken. Mijn slagen worden kleiner dus probeer ik met een nog krommere rug te schaatsen.   

Op het nieuws hoorde ik net dat Henk Angenent, de laatste winnaar van de Elfstedentocht, opnieuw de hele tocht aan het rijden is: “Het ijs is niet zo goed als in 1997 maar de mannen hebben gister nog het ijs gecontroleerd,” zegt Angenent tegen de Leeuwarder Courant. De 53-jarige schaatsfanaat is vanochtend om acht uur begonnen in Leeuwarden en hoop daar begin van de avond weer terug te zijn.  

Gisteren probeerde ik pootje over. Dat was best lastig. Maar nu krijg ik het steeds meer onder de knie. In de volgende bocht gaat voor het eerst mijn hele voet over de andere. Met een harde klap komt mijn rechtervoet op het ijs waarna mijn linkervoet mooi wegglijdt. De volgde bocht probeer ik het weer en gaat het steeds ietsje makkelijker.   

Het ijs is hier gladder en er zijn bijna geen scheuren meer. Het schaatsen gaat nu echt vanzelf. Ik voel me vrij en de rest van de wereld doet er even niet toe. De druk op mijn voeten ben ik zelfs vergeten. Er hangt een gemoedelijke sfeer. Een man met een oranje unox-muts heeft een grote witte kan met chocolademelk. Hij schaatst vrolijk rond en schenkt voor iedereen die hij tegenkomt een bekertje warme chocomelk in. Schaatsen is denk ik hetgeen wat ons Nederlanders echt met elkaar verbindt. Wanneer het kan halen we de schaatsen uit het vet en gaan we het ijs op, dat hoort bij ons. 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *