Uit De Werkplaats 2020-2021

Uit De Werkplaats 2020-2021

Woontorens in Nederland

Zoals vele anderen beschrijft Tonke Dragt in haar toekomstroman ‘Ogen van Tijgers’ de stad van de toekomst als een collectie koude woontorens. De fictionele stad waarin de roman zich afspeelt, Nieuw Babylon, is geïnspireerd door het ‘New Babylon’ van Constant Nieuwenhuijs, de grote architect-kunstenaar van de vorige eeuw. Maar sinds beide kunstwerken van Tonke Dragt (1982) en Constant Nieuwenhuis (1974) zijn er in Nederland nog maar relatief weinig hoogbouwwoningen gebouwd. En dat terwijl in dit tijdsbestek de stad met de meeste hoogbouwwoningen ter wereld door middel van een felle groeispurt haar futuristische imago heeft gekweekt. Het mag toegegeven worden dat er in Hong Kong andere regels gelden dan in Nederland, maar wat weerhoudt Nederland, een van de meest dichtbevolkte landen ter wereld, ervan de hoogte in te gaan?

De rol van infrastructuur
Hoogbouw*1 in Nederland is veelal gepaard met financiële centra. Waar de woningen moeite hebben de hoogte in te gaan, lukt dat kantoren wel: de Zuidas, Kop van Zuid en stationsgebied Den Haag om maar een paar financiële centra te noemen. Deze centra zijn afhankelijk van de infrastructuur eromheen. Als forens zijn de grachten van Amsterdam moeilijker te navigeren dan even snel de A10 af en de parkeerplaatsen onder de Zuidas inrijden. Dit fenomeen heet ook wel ‘transit oriented development’ in de planologie.

3D-skyline van Den Haag. Links Hollands Spoor en het Strijkijzer, midden Den Haag Centraal en New Babylon, rechts Laan van NOI en de Haagse Poort. Bron: Google Maps

Vandaar dat hoogbouw vaak te vinden is rondom treinstations. New Babylon in Den Haag, evenals vernoemd naar de visie van Constant Nieuwenhuijs, is daar een goed voorbeeld van. Het staat direct naast Den Haag Centraal station. Het complex bestaat uit twee woontorens, kantoorruimtes, een hotel en wat winkels in het atrium. New Babylon is deel van een groter project binnen Den Haag. Rondom de drie stations Hollands Spoor, Laan van Nieuw-Oost Indië en Centraal wordt flink in de hoogte gebouwd. Waar New Babylon bij Den Haag Centraal hoort, hoort het Strijkijzer (een driehoekige woontoren met een LED-scherm die op een klaarlichte dag zelfs vanuit Leiden te zien is) bij Hollands Spoor.

Deze torens zijn echter geen alternatief voor de galerijflats. Projecten rondom stations zijn duur en de ontwikkelaars zetten liever in op hogere inkomens, mits er woonruimte in zit. Toch wordt de vraag naar meer inkomensdiversiteit binnen woontorens groter, zoals te zien in Holland Park in Diemen Zuid. Deze woontorens-aan-een-gracht proberen een breder publiek aan te trekken, zonder de talloze nadelen van de traditionele galerijflats.

*1 Het Nederlands bouwbesluit definieert hoogbouw als elk gebouw dat een lift nodig heeft. Dit is vanaf vijf verdiepingen. Bijna elk gebouw boven de 15 meter kan dus geclassificeerd worden als hoogbouw, maar in dit artikel spreken we over minstens 20 meter hoog wanneer we het over hoogbouw hebben.

Afkeer tegen galerijflats
In de jaren ’60 en ’70 zijn deze in recordtempo uit de grond gestampt. Het zijn de kille wooncomplexen die nog steeds in de buitenwijken van de steden te zien zijn. Een oplossing voor woningnood bij lagere inkomens was het zeker, maar er is over de jaren heen veel kritiek op gekomen. Sociale controle is er amper en de flatbewoner kan zich enorm weggestopt voelen. Wie komt bijvoorbeeld nou op de vijfde verdieping als hij er niets te zoeken heeft? Hetzelfde is waar voor de typische ‘binnenparken’ zoals het Maaiveld in de Bijlmer. Dit zijn openbare parken die functioneren als satelliettuintje voor de inwoners van de galerijflats. Het is in principe een leuk idee, maar decennia aan verval maakt dit een hotspot voor drugsgebruik en criminaliteit. In Nederland komt dit niet al te vaak voor, maar in de Franse banlieues is dit bijvoorbeeld een enorm probleem.

“De grote anonimiteit van deze grote groenruimtes zorgt tevens voor een gebrek aan eigenaarschap onder bewoners, waardoor niemand zich verantwoordelijk voelt voor het waarborgen van de kwaliteit van de openbare ruimte.” Louisa van den Brink, master student stedenbouw, TU Delft

De galerijflat. Een bekend beeld in bijna elke gemeente van Nederland.

Deze ‘dode ruimtes’, zoals het in de architectuurwereld gezegd wordt, zijn niet alleen een probleem binnen de hoogbouw. Het kan ook gezegd worden voor de breed opgezette nieuwbouwwijken die poldersteden als Almere typeren. Waar je in een grachtengordel met z’n allen op een dun straatje loopt is het in sommige nieuwbouwwijken zo breed opgezet dat de wandelaar amper in contact komt met medevoetgangers. Individualistisch leven is dan de norm binnen onze samenleving, maar om verpaupering en criminaliteit tegen te gaan is saamhorigheid een must. 

In het woontorenproject Holland Park worden nieuw aangelegde grachten gebruikt om dit probleem op te lossen. De straten zijn niet erg breed, er loopt vaak een futuristisch grachtje langs en de paden die de grachten overbruggen zijn voor iedereen bruikbaar. En ook al zijn de huurprijzen nog steeds het dubbele van een galerijflat, vanuit een esthetisch perspectief zijn deze woontorens tijdloos en authentiek Nederlands.

Eén van de vele grachten van Holland Park, Diemen.

Het is echt alsof je even door de grachtengordel van de toekomst loopt. De grote vraag is of het over twintig jaar nog steeds zo is, maar juist deze potentiële verloedering creëert misschien wel weer opties voor lagere inkomens.

“Bij hoogbouw is het belangrijk dat er aandacht is voor de beleving op ooghoogte. Met een levendige plint verhoog je de sociale controle en blijft de straat aantrekkelijk voor bewoners en voorbijgangers.” Marieke Giele, vakredacteur, de Architect


Vesting- en poldersteden
Al is het amper hoogbouw noch woning, de Vroom & Dreesman-gebouwen van Jan Kuijt (opgeleverd 1928-1939) geven prachtig weer hoe hoogbouw esthetisch ook een plekje kan hebben binnen de singel.

Voormalig V&D-gebouw in Leiden. Al staat deze niet onder naam van Jan Kuijt, het gebouw is geïnspireerd door haar zusjes in onder andere Haarlem, Den Haag en Amsterdam. Het staat naast de kruising van de Oude en de Nieuwe Rijn, in hartje Leiden.

In vele gevallen wordt hoogbouw namelijk niet toegelaten in de stadskern, laat staan hoogbouwwoningen. De lokale kathedraal of kerk zou het hoogste puntje van de authentiek Nederlandse stad moeten blijven. Het komt dan ook steeds vaker voor dat pal tegenover de stervormige buitengracht hoge portiekflats staan. Ze zijn al een stuk mooier dan hun ‘galerijflat’-voorgangers en een antwoord op de toenemende suburbanisering. Hoogbouw buiten de singel heeft wel een limiet. Met haar kleine centrum moet de vestingstad ook haar buitenwijken geïncludeerd houden. Hoe verder van het centrum deze liggen, des te meer weggestopt de inwoners van de buitenwijken zich voelen. Naast een verdwaalde bibliotheek en een winkelcentrumpje hier en daar is het leeuwendeel van de stedelijke voorzieningen te vinden in de binnenstad.

De theorie is dat deze plotse hoogbouw op termijn een ‘caldera’-vorm in de skyline van vestingsteden zal creëren. Dit model staat echter tegengesteld aan wat er in nieuwe steden als Almere gebeurt. Hier is het centrum hoog en dalen de etages naar mate je naar de buitenwijken beweegt. En al is dit een theorie voor de verre toekomst, de talloze windmolens in Flevoland zullen dit model alleen maar versterken. Waar in de vestingstad de kerk de skyline dicteert, zal het in poldersteden de molenbiotoop*2 zijn.

Calderavorm (krater) in de skyline van de futuristische vestingstad.
Heuvelvorm in de skyline van de futuristische polderstad.

*2 Het begrip molenbiotoop wordt gebruikt om de omgeving waarin een molen functioneert aan te duiden. Een molenbiotoop kent een aantal elementen, waarbij echter steeds de open ruimte en de vrije toegankelijkheid een grote rol spelen.

De woontoren van de toekomst
Of men nu aan een utopisch of dystopisch toekomstig Nederland denkt, de hoogbouw staat centraal. Het zou de oplossing voor woningtekort in een dichtbevolkt land moeten zijn. Vrijwel elke gemeente stuurt nu op gentrification*3, maar voor het algemeen belang zouden ze moeten schakelen naar bereikbare, diverse en modulaire hoogbouw dat beter met de tijd meegaat. Wat dit voornamelijk tegenhoudt is het prijskaartje. Tenzij er een rendabel alternatief op de galerijflat komt lijkt de visie van Nieuw Babylon nog niet te realiseren.

Expats Gabrielle en Runa in Holland Park, met het idee dat futuristische grachtengordels overal in Nederland te vinden zijn.

Er is overigens wel hoop voor de hoogbouwwoning, als voor de woningzoekende met een lager inkomen. In de huidige trend van woontorens staat inkomensdiversiteit centraal. En ook al zijn we daar nog niet, er is een reële kans dat projecten als Holland Park ooit zo ver verpauperen dat er een plek in komt voor de galerijflatinwoner. Misschien moet de naam New Babylon worden gereserveerd voor woontorens die elke laag van de bevolking aanspreken terwijl ze ook nog eens bewust zijn van hun levensloop.

*3 Gentrification is een term die gebruikt wordt om de opwaardering van een buurt of stadsdeel op sociaal, cultureel en economisch gebied aan te duiden. De herwaardering van het stadsdeel gaat gepaard met een stijging van de prijzen voor onroerend goed.

Parttime geoficticus, parttime journalist

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *