Uit De Werkplaats 2020-2021

Uit De Werkplaats 2020-2021

“Er is rust in de chaos”

Sarah Lucassen (23) is de nieuwe Zwolse stadsdichter:

Wat houdt het in om de komende twee jaar de stadsdichter van Zwolle te zijn?  

Het is eigenlijk gewoon heel veel gedichten schrijven voor de stad. Meestal voor verschillende soorten bedrijven. Zo van ‘He Sarah, we hebben iets te vieren of er wordt iets gepresenteerd. We willen daar een mooie tekst bij.’ Ook voor feestdagen maak ik gedichten, bijvoorbeeld van 4 en 5 mei. Zelf ben ik nu een beetje gaan nadenken over hoe ik meer met jongeren kan gaan doen en hen kan stimuleren om te schrijven. Samen met die jongeren vette dingen maken. Dus wat dat betreft ben ik ook echt aan nadenken van: hoe wil ik mijn stadsdichterschap nog verder invullen. Hiermee meer invloed hebben op de Zwollenaar en taal meer laten bewegen in deze stad.  

Waar liggen jouw wortels? 

Iedereen denkt altijd dat ik een geboren en getogen Zwollenaar ben, maar ik ben geboren in Ridderkerk. Op mijn derde verhuisd naar Assen. Daar ben ik opgegroeid en ook een beetje in Groningen waar ik mijn middelbare school heb gedaan. Daarna naar het Cibap in Zwolle, ontwerper media. Niet helemaal wetende wat het vak inhield. Ik wist ook niet echt wat ik met mijn leven wilde doen. Maar het was creatief en het stond wel goed aangeschreven. Het was nog lekker breed dus ik kon het ook nog wel een beetje gaan uitzoeken daar. Tussendoor ook veel geschreven ondanks dat het niet echt deel van de opleiding was. Na het Cibap wist ik het nog steeds allemaal niet echt. Ben meer gaan schrijven en ook meer gaan optreden, dat wel. Schrijven is wel altijd een soort van rode lijn geweest. Toen kwam eigenlijk corona en die hele gekke shit show. En toen werd ik stadsdichter. Dat is denk ik een beetje mijn route geweest.   

Ben je altijd al een dichter geweest?  

Ik ben wel van jongs af aan al gaan dichten. Ik denk dat ik een jaar of 8 was toen ik een beetje ben begonnen met schrijven. Ik was altijd wel creatief als kind. We deden thuis veel met muziek en tekenden of schilderden ook. Ik uitte gewoon mijn belevingswereld heel erg in een kunstvorm. En nu dus schrijven, dat ben ik eigenlijk gewoon een beetje blijven doen. Ik merkte wel dat ik veel meer ben gaan schrijven toen mijn ouders zijn gaan scheiden. Ik was 10 en dat was echt een beetje een soort uitlaatklep voor mij. Het werd een verwerkingsdingetje, maar dat is het heel erg gebleven. Ik hou er nu ook van om met woorden te spelen en met ritme.   

Ondanks dat mijn ouders niet meer bij elkaar zijn vind ik dat wel leuk om te vertellen dat ze elkaar kennen uit een bandje. Ik zie het als een soort van filmscène. Een soort van romantisch beeld ofzo. Ik vind dat altijd zo’n lekker verhaal. Mijn vader heeft altijd veel basgitaar gespeeld. Hij is ook echt wel de gekkie van de familie hoor. Hij is echt van de wereld, van woordgrapjes die dan ook gewoon voor de rest van het leven erin blijven. Mijn moeder is meer gewoon, die kan echt mooi verhalend schrijven. Ze is ook heel muzikaal, heeft veel gezongen altijd. Vroeger gitaar gespeeld. Dan heb ik nog twee oudere zussen maar ben van de drie dochters wel de enige die de creatieve kant op wil en haar werk ervan wil maken.  

Altijd gedichten?  

Nou ja, vooral gedichten denk ik. Vroeger heb ik voor mezelf wel wat documentjes op mijn laptop gemaakt, met het idee dat ik een boek zou schrijven. Alleen als ik dat nu teruglees denk ik bij mezelf OMG. Ik weet nog dat ik vroeger op de middelbare school met een goede vriendin van mij gewoon een random verhaal ben begonnen. Een soort van fantasieverhaal. We schreven steeds naar elkaar via mail. Dan schreef ik een begin met een hoofdpersoon en schreef zij een omschrijving en schreef ik weer een vervolg daarop. Dan schreven we eigenlijk naar elkaar en dan en dan werd het langzaam een verhaal. Op die manier heb ik altijd wel een kleine projectjes of gekke dingen geschreven.  

Wat is jouw gedichtenstijl?  

Je hebt binnen poëzie of het dichten zelf wel echt vaak vaste vormen. Ik zelf ben me daar eerlijk gezegd niet heel bewust van. Of ik weet daar niet extreem veel van. Als ik mijn stijl echt zou moeten omschrijven denk ik dat het ritme is en ook wel rijm. Ik denk dat ik wel van bepaalde rijmschema’s gebruik maak, zoals ABAB, maar dat wisselt wel. Verder is mijn taal ook veel gemakkelijker dan die van de meeste dichters. Ik wil namelijk dat veel mensen mijn gedichten begrijpen. Met niet al te ingewikkelde woorden.  

Heb je je stijl al gevonden of ben je nog aan het experimenteren?  

Dat vind ik een moeilijke vraag. Ik denk dat ik me als schrijver wel altijd zal ontwikkelen. Ik heb een tijdje bij de ‘Poetry Circle’ gezeten. Dat is een soort van landelijk schrijfcollectief. Waarbij we dan een keer In de week samen kwamen om aan teksten te werken. We kregen daarin een beetje coaching om onze schrijfkunsten te verbeteren. Ik heb dit ook twee jaar in Zwolle gedaan. Ik ging hier ook heel erg experimenteren met stijl. Ineens iets heel anders te schrijven dan wat je altijd doet. Zo merkte ik dat ik daar vaak best wel tegenaan schopte. Of ik dacht ‘oké, maar dit is gewoon hoe ik het schrijf. Het was wel een goeie opdracht, omdat het je eigen horizon verbreedt. Ik denk gewoon dat ik een soort van eigenheid heb gecreëerd. Een soort van ‘Sarah stempel’.  

Wat voor gevoel geeft het eigenlijk als je gedichten schrijft?  

Een soort van rust. Het is heel erg ontstaan vanuit dat er gewoon vet veel in mijn hoofd aan de hand is en dat het dan eindelijk even op papier staat en uit dat hoofd is. Een soort ontlading. Dat gaf mij dan rust of zo. Ik weet niet, gewoon dat het lekker daar staat op papier, met een lekker ritme, wat ik zelf vet vind. Het geeft ook wel een soort van trots dat ik het geschreven heb, I guess.   

Maar nu ik soms iets in opdracht moet schrijven, dan kan het ook echt nog wel voorkomen dat ik gewoon even niet in een goede flow zit. Of niet lekker uit mijn woorden kom. Dan kan die deadline, die steeds dichterbij komt, ook wel echt veel stress geven. Ondanks dat het iets is wat ik graag doe, wordt het steeds meer werk, dan gewoon lekker schrijven. Het brengt gewoon wel verantwoordelijkheden met zich mee. En ook stress. Omdat ik er niet altijd uit kom of ik zelf op een moment niet lekker in mijn vel zit. Maar wel een mooie tekst moet schrijven, die dan positief moet zijn. Dat kan soms dubbel zijn.  

Heb je soms hierdoor het gevoel dat je misschien geen Zwolse dichter meer wil zijn?  

Ondanks de stress die er soms is, ben ik zeker wel blij met deze titel en met mijn stadsdichterschap. Ja, dat denk ik wel. Ik heb wel als een maand weer voorbij is ‘oké nice, deze maand is voorbij en ik heb alles gefikst en heb met deadlines gehaald’. Er zijn wel gewoon opdrachten of vragen die dichter bij mijn hart liggen dan andere. Die mij gewoon aanspreken, omdat het aansluit bij mijn visie.  

Wat voor gevoel wil je geven met je gedichten?  

Ik hoop dat iemand er iets uithaalt. Ja, dat is voor mij wel redelijk vrijblijvend. Het is niet dat ik denk ‘oh Ik hoop dat als jullie dit lezen dat je dan ineens helemaal blij bent of een hart onder de riem steekt voor vandaag’. Ik zou het wel vet vinden als dat kan. Ik ben daarin ook wel een soort van open mind of misschien ook gewoon realistisch dat iedereen heel anders is. Dat de één het vet mooi vindt en dat de ander denkt ja wat de fuck is dit. Het hangt er ook heel erg af van wat voor tekst het is. Bijvoorbeeld die vrouwen tekst dan van eerder, dan denk ik wel van ja ik vind het mooi als vrouwen hier een soort van kracht uit kunnen halen, ofzo iets.  

En je diepste wens?  

Dat ik mensen inspireer. Dat zou ik echt vet vinden. Dat doormiddel van een tekst van mij een beweging ontstaat. Bijvoorbeeld ‘Toen ik die tekst las ben ik dit werkstuk gaan maken of toen ik die tekst las ben ik ben ik naar buiten gegaan.’ Hoe klein dan ook. Dat het een soort van basis gaat zijn voor iemand. Een beweegreden. Dat zou ik zo mooi vinden. Het is ook heel herkenbaar bij mezelf. Ik heb ook gewoon dat ik soms iets hoor, dat er ineens iets aangaat of iets aangewakkerd wordt van ‘wow die zin.’ Ik zou het heel bijzonder vinden en mooi, ja gewoon heel waardevol.   

Ook een mooi voorbeeld: mijn beste vriendin die studeert docent theater. Zij had een presentatie gegeven over spoken word op haar school en ze had mij toen als voorbeeld gebruikt en een video van mij aan haar klas laten zien en had aan mij gevraagd van of ik nog een leuke opdracht wist voor haar klas. Toen heeft ze dat ook daadwerkelijk gedaan en ze vonden het ook nog heel vet. Ik weet niet, ik vind dat gewoon zo bizar dat ik als voorbeeld word gebruikt.   

En dat jouw naam daar dan onder staat?  

Ja, echt bizar eigenlijk wel. Ook logisch ofzo, want ik heb het gemaakt dus dan ik wel van: ‘you better put my name under it!’ Gewoon heel gek wel dat dat er ineens een soort van allemaal gebeurt. Ook komt ineens die gekke golf over me heen van ‘let’s go!’ Ik kom nu ook overal in de stad en connect met de Zwollenaar. Dat vind ik zo sick. Dat zie je natuurlijk ook wel vaak met grote artiesten ofzo, van oh door die interview sta ik nu hier. Ook wel een soort van, ja onwerkelijk iets.  

Wie zijn jouw inspiratiebronnen?  

Best wel een moeilijke vraag, omdat ik me helemaal niet zo heel erg extreem heb verdiept in de Nederlandse literatuur en poëzie, denk ik. Ik denk dat het als kind vooral heel erg begonnen is met muziek, Nederlandse muziek. Mijn vader die luisterde altijd naar Doe Maar en Het Klein Orkest. Zij maken ook echt gewoon hele gekke dingen. Op een gegeven moment begon ik te luisteren naar Lucky Fonz de derde. Dat soort Nederlandse songwriters. Daar komt het denk ik een beetje vandaan. En nu ja, Typhoon toch wel. Zwolse trots ja! Ik luister sowieso wel graag eigenlijk naar rap of een beetje hiphop, maar vooral een beetje de old school achtige vibe. Wat ik heel vet vind aan Typhoon zijn werk is, dat het heel echt ook wel een soort van poëtische teksten zijn. Ook Derek Otte is een inspiratiebron. Hij is een dichter, een ‘Spoken Word guy’. Ik vind hem ook echt een toffe gast. Hij was de stadsdichter van Rotterdam. Ja, er zijn er nog wel een paar meer, maar ik weet niet. Ik vergeet ook gewoon vaak namen van mensen. Ik onthoud eerder iemands tekst of een melodie, dan de naam van degene van wie het is.  

Heb je ook andere inspiratiebronnen dan mensen?  

Nou ja, films sowieso wel. Vooral ook filmhuis films. Omdat dat een soort van echtheid voor mij is en er echt ook een soort van echt verhaallijn in zit. En als ik er gewoon even er niet uitkomt ga ik ook wel naar buiten. Gewoon even wandelen of in beweging zijn. Ik weet niet of dat echt helpt, maar het voelt is wel een soort van even lekker. Oweja, mensen! Conversaties met mensen, ik hou echt zo van mensen. Ik kan ook echt een hekel aan mensen hebben hoor, maar that’s life. Ik vind het zo leuk om met iemand te kletsen en een soort van iemands beweegredenen te weten. Vergelijken hoe wij allebei over hetzelfde onderwerp nadenken. Dat gegeven, Live. Waar ik ook echt liefde en energie uit haal is de natuur, maar dan vooral de maan en de zon eigenlijk. Ik ga best wel vaak ‘s avonds wandelen. Als de zon net onder is, dan is de lucht hier een beetje helder roze met oranje en soms een beetje paarsachtig. Dat vind ik echt zo’n soort van bizar droomachtig gegeven. Het is niet dat ik dan ineens beter kan schrijven, maar wel een gevoel dat ik echt graag wil kunnen vangen in woorden.  

Heb je met al die inspiratiebronnen, ook een speciaal schrijfplekje?   

Niet perse. Ik kan op zich wel goed schrijven in de trein. De laatste tijd ga ik gewoon niet meer echt veel met de trein, maar voorheen zat ik er best vaak in. Het chille daaraan voor mij is dat ik gewoon niks anders kan doen. Ik kan muziek luisteren of weer een uur op mijn telefoon zitten. Maar ook schrijven. Als ik thuis ben dan heb ik veel afleiding. Ik kan ook nog even een wasje draaien, zeg maar. Ondanks dat ik het leuk vind om te schrijven ga ik het dan toch een soort van uitstellen, ofzo. Verder, als het lekker weer is vind ik buiten zitten ook leuk of bij de bieb in Zwolle. Soms werkt dat heel goed, dan kan ik een soort van met alle prikkels in mijn eigen bubbel zitten. Alleen als ik teveel prikkels opmerk en niet kan wegdrukken, dan moet ik weg. Dat wisselt gewoon heel erg. Nu ben ik eigenlijk vooral heel veel thuis vanwege corona. Ik heb sinds kort een stoel bij mijn raam gezet en dan ga ik gewoon lekker een beetje, met mijn ramen open, bij het licht zitten en schrijven. Ik ben daarin sowieso echt heel wispelturig hoor. In überhaupt mijn bewegen en alles. Is altijd een soort van hak op de tak, random elke keer anders zeg maar.  

Wat doe je nu anders dan dat toen je begon met dichten?  

Ik denk dat ik nu veel kritischer ben. Ik ben veel meer in een wereld van schrijvers terecht gekomen. Van mensen die geïnteresseerd zijn in schrijven. Je gaat je toch omringen met mensen die dezelfde dingen leuk vinden als jij en uit dezelfde dingen energie halen. Voor mij is dat logisch, maar daardoor ga je ook heel erg leren van andermans werk en kijken naar hoe een ander aan de slag gaat.  

Ben kritischer geworden, doordat je omringd bent door andere schrijvers?  

Ik denk het wel ja. Ik denk dat het ook gewoon wel een soort van onzekerheid is die ik altijd wel heb, waardoor ik zo kritisch ben op mezelf. Als kind was het wel minder, dan weet je gewoon niet beter ofzo. Dan dacht ik ‘oh Ik heb een mooi gedicht gemaakt’ en dan was het af. Nu denk ik, ik heb hem afgeschreven, maar dan ga ik nog helemaal kijken van vind ik het wel mooi zoals het is of misschien moet ik dit nog even herschrijven. Ik lees het morgen nog een keer, want dan denk ik er anders over. Ik ook echt aan andere mensen vragen van ‘hé Ik heb dit gemaakt, wil je het horen en wat vind je ervan? Wat roept het bij je op? Voel jij ook dit wat ik nu voel of is dat helemaal niet duidelijk?’ Dan wil ik echt dat het klopt.  

Op welke opdracht ben jij het meest trots?  

Die vrouwen-tekst, om daar op terug te komen. Die vind ik wel heel goed gelukt. Inhoudelijk, maar ook met het verhaal dat ik ermee wil vertellen. De focus in deze tekst vind ik gewoon van belang, dat het inhoudelijk wat bijdraagt aan de maatschappij.   

Maar wel goeie vraag want ik heb echt heel veel verschillende dingetjes al gedaan. Afgelopen 4 mei ben ik gevraagd, met nog wat anderen, om deel te nemen aan een soort performance genaamd ‘heen’. Als herdenking voor de Tweede Wereldoorlog en alle gruwelijkheid die toen hebben plaatsgevonden. Samen met allemaal jongeren die daaraan hebben meegewerkt, mochten wij het muzikale deel en het tekstdeel invullen. Waarbij ik dus een gedicht mocht schrijven. Ondanks dat mijn tekst niet eens helemaal goed ging tijdens die uitzending, en dat dat het echt zo’n klein deel was van iets heel erg groots zweef ik er eigenlijk nog steeds van. Omdat ik met zulke getalenteerde mooie mensen mocht werken. Maar ook omdat het sinds tijden was dat we weer een podium hadden. Het was ook nog met eens met een zieke band erachter. Ik denk dat ik dat als de vetste ervaring en opdracht zie.  

En de toekomst…?  

Eigenlijk heb ik elke keer als iemand mij dat vraagt een soort van flashback. Dat ik met mijn moeder op de bank zit en de Voice kijk. Dat is altijd zo’n ding wat we deden thuis en nu nog steeds eigenlijk. Volgens mij is het ook een soort van heel typisch burgerlijk Nederlands ding, maar anyway. Ik weet nog dat ik toen was heb gezegd van ‘o dat wil ik later ook doen mama’. Ik wil later ook op een podium staan. Niet per se dat ik mee dat ik mee wil doen aan de Voice, maar meer op een podium staan en een verhaal vertellen. Dat ben ik nu wel steeds meer aan het doen, maar dat wil ik ook wel echt blijven doen.  

Ik heb ook een beetje mezelf afgeleerd om heel erg over de toekomst na te gaan denken. Ergens omdat ik ook wel een beetje paniek voel. Ik weet niet hoe mijn toekomst zal zijn. Ik heb wel een idee bij wat ik vet vind, maar dan denk ik, ja je weet nu nog niet waar je gaat eindigen en wat er gaat gebeuren.  Er zijn natuurlijk wel dingen die me heel tof lijken. Ik wil graag een eigen bundel uitbrengen met mijn gedichten. Ik denk dat het ook al heel erg haalbaar is, dus dat ga ik gewoon doen. Ik wil een eigen album uitbrengen met een beetje kunst-achtige teksten. En ja, een leuk bandje fixen of vormen. Een soort van met toffe makers een album maken dat lijkt me echt gaaf! Daar wil ik wel naartoe werken. Ik zou het ook vet vinden om een eigen voorstelling te maken, waarmee ik kan gaan toeren. Dat allemaal qua kunst-maakproces. In mijn persoonlijke leven zou wel graag meer willen reizen. Nog meer culturen willen ontdekken en leren van andere landen. Mooie mensen ontmoeten. 

Je toekomstbeeld is wel heel erg uitgebreid.  

Ja, klopt. Maar ik heb heel lang op het Cibap en op mijn middelbare school, dat ik dacht, wat de fack wil ik nou gaan doen. Ik ben creatief en vind zoveel dingen leuk. Cibap was natuurlijk ook best wel breed. Ik had ook daardoor, nog steeds eigenlijk, een beetje die paniek van want wat moet ik doen. Als ik maar op één ding moest focussen dan dacht ik, ja maar ik wil me niet alleen maar op één ding focussen en als ik me op alles ging focussen dan dacht ik, ja maar wat ga ik straks nou echt doen. Dat was een soort van altijd chaos en nooit goed in mijn hoofd. Ik heb inmiddels een soort van omarmd dat ik zo ben. Dat heeft echt een tijd geduurd, maar ik weet nu gewoon dat ik die creatieveling ben die graag meerdere dingen doet en van meerdere dingen proeft en daarvan leert en dat weer meeneemt in haar eigen zijn en proces. Er is rust in de chaos.   

Ik ben een enthousiaste vijfentwintigjarige journaliste. Iemand die alles interessant vind en te veel wilt doen in een keer. Met mijn ervaring als documentairemaakster ga ik deze journalistieke wereld in met een nieuw en open blik op film maken. Met deze blik wil ik waarheden ontdekken en in beeld brengen!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *